Annuleren

Zoek hier binnen onze website

#09 - Offers, offers en nog eens offers

emmaus_09.jpg

Lezen: Exodus 29:42-46

Offers, offers en nog eens offers. Elke dag twee offers. Honderden lammeren. Liters bloed. De geur van bloed, de stank van verbrand vlees. Ik weet wat dit met jou doet, maar als ik heel eerlijk ben geeft het mij een beetje een ongemakkelijk gevoel. Waarom moet dit allemaal van God? Kon dat niet anders?

Over dat ongemakkelijke gevoel wil ik het hebben. De offerdienst is er nu niet meer. Maar we lezen er nog over in de Bijbel. Het gaat mij dan te snel om te zeggen: “Die offers wijzen allemaal heen naar de Heere Jezus. Hij is het grote Lam van God dat verzoening bracht.”

Dat is natuurlijk helemaal waar en dat is ook precies het Evangelie – de blijde, verlossende, boodschap van God. Wij zijn geneigd maar snel aan deze mooie kant te denken. Maar laat je nu eens confronteren met die nare kant van de offers. Het geblaat van lammeren. Dierenleed. De geur van bloed. De stank van verbrand vlees…

Offers zijn confronterend. Daar moet je wat mee. En dat is pijnlijk. Het is de ongemakkelijke waarheid van de zonde. De zonde is echt ons kernprobleem. Wij willen daar graag een mooi kleedje over leggen. Maar God niet. Hij laat het zien. Hij komt ermee voor de dag. Ik hoop dat jij dat herkent. Jij wilt eigenlijk liever niet kijken naar de nare dingen van jou, maar God wil daar met jou over spreken.

En Golgotha geeft je uiteindelijk ook dat ongemakkelijke gevoel. Misschien spreek je dit gevoel niet uit, maar heb je het wel. Al dat bloed, die pijn, dat ondraaglijke lijden, de onmenselijkheid… “Waarom is dit nodig?”

Maar hier stelt God jou dezelfde vraag: “Waarom moet dit. Weet jij dat al?”

Het antwoord lees je in het gedeelte van vandaag: “Alleen zo kan Ik, de Heere, de Heilige God, bij zondige mensen wonen en hen ontmoeten.”

Zo stelt de Bijbel Jezus aan jou voor. Hij was er niet te goed voor om geconfronteerd te worden met de zonde van Zijn kinderen. Hij maakt de ontmoeting mogelijk. Zijn bloed wast echt alles af, hoe vuil, slecht en zondig ook.

1178