Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: Een mens

BLOG JONGEREN

Het was rond 22.30 uur. Ik zocht m’n fiets op het station. In mijn ooghoek zag ik hem al aan komen lopen. Mijn vermoeden was juist. Een opgehouden hand. “Hebt u voor mij wat geld voor eten, drinken en een slaapplaats?”

Zijn stem klonk niet alsof hij verwachtte dat hij veel succes zou hebben. Hij kreeg nog gelijk ook. “Nee, sorry, ik heb geen contant geld.” Misschien loog ik wel. Waarom eigenlijk? Inderdaad, geld lost zijn probleem niet op. Waarschijnlijk heeft hij het nodig voor zijn verslavende middelen. Maar gewoon “nee”, dat is toch veel te karig? In mijn klinkt een onbarmhartig: Ga heen en word warm.

Al fietsend bedenk ik: Misschien kunnen we samen iets te eten kopen. Tegelijk realiseer ik me dat etenstentjes dicht zijn. Dan maar terug naar huis. Het eerste stoplicht staat op groen. Het had rood moeten zijn. “Ben ik dit echt?” Ik moet terug.

De man staat nog op zijn post. Het klinkt opnieuw: “Mag ik u wat vragen?” Er volgt een veel te ingewikkeld en ongeloofwaardig verhaal, met uiteindelijk de vraag of ik wat geld heb voor medicijnen. Het lijkt een intelligente man. “Sorry, ik geef geen contant geld op straat. Maar als ik het vragen mag, hoe is het gekomen dat u om geld moet vragen?” De man legt uit dat hij bij defensie heeft gezeten en nu lijdt aan PTSS. Nu is hij schilder, maar af en toe neemt hij een biertje te veel. Nu klinkt zijn verhaal geloofwaardiger. Ik luister. Tot ons gesprek onderbroken wordt. Een gehaaste vrouw vraagt waar de trein naar Utrecht vertrekt. De ex-militair biedt direct zijn hulp aan en zegt me gedag.

Waarom is het zo moeilijk om met bedelaars om te gaan? Is dit niet juist het soort mensen waar Jezus oog voor had? Hij zag geen bedelaar. Hij zag geen bedelaar, maar een méns (Joh. 9:1). Een mens door God geschapen. Zeker, helpen is moeilijk. Als ik iets te eten bij me heb, bied ik het aan. Maar meestal is daar geen interesse voor. Misschien een evangelisatiefoldertje erbij? Of een adreskaartje van Stichting Ontmoeting? Het voelt als te karig. Ik neem me voor om hem de volgende keer mee te nemen in een eettentje. Misschien is het dan mogelijk om een méns te ontmoeten, in plaats van een bedelaar.

William Walhout 

377