We wachten nog heel even. Dan geven we het sein dat de Bondsdag kan beginnen. Het orgel zet in en ik loop naar voren. Ik voel bijna duizend paar ogen naar me kijken. Langzaam aan wordt het stiller en zetten we in. Tijdens het zingen kijk ik de kerk eens rond. Wat een prachtig gezicht om zoveel jongeren in de kerk te zien. Sommigen wisselen nog even een blik, anderen fluisteren nog even. Hier wordt nog een snoepje weggekauwd, daar krijgt iemand nog een por. Het zijn allemaal jongeren die met een eigen levensverhaal hier naar toe zijn gekomen. Ik krijg het een beetje warm. Wat een verantwoordelijkheid. Deze jongeren mag en moet ik vanmorgen er op wijzen dat de Heere aan de deur van hun hart klopt. Ik roep ze op om te luisteren naar het Woord van de Heere. Hij spreekt, niet alleen in grote en bijzondere gebeurtenissen, maar juist ook in de kleine dingen van het leven.
Terwijl ik het thema introduceer zie ik de jongeren luisteren. Stil, hier en daar kraakt een kerkbank. Ik ben klaar. We zingen en daarna houdt de dominee zijn toespraak. Opnieuw valt het me op dat er geluisterd wordt. Ik krijg het weer warm. Maar nu ook van verwondering. Soms maken we ons zorgen over onze jongeren. En natuurlijk steek ik niet onder stoelen of banken dat er veel is waarom we ons zorgen maken. Maar deze bijna duizend tieners zitten op deze zaterdagmorgen rondom het Woord. En ze luisteren aandachtig. Ze hebben jou en mij nodig, als een Eli, om hen te wijzen op de stem van de Heere, zodat ze vragen: Spreek Heere, Uw knecht hoort! Dat is een verantwoordelijke taak, maar ook een heel mooie taak! Een taak waar we niet voor mogen weglopen. De jongeren in jouw gemeente hebben jou nodig!
Jaco Pons