Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: Vergist

BLOG JONGEREN

Ik had me voorgenomen om het in mijn columns niet over corona te hebben. Er wordt al zoveel over geschreven en gezegd. Ook weer niet heel vreemd natuurlijk. Maar het is me niet gelukt. Hoewel… Het gaat eigenlijk niet echt over corona.

Ik wil een kort corona-gerelateerd bericht dat ik hoorde met je delen. Ik zat in de auto naar een nieuwszender te luisteren en de presentator gaf een overzicht van wat opmerkelijke berichten uit andere media. “Een Oekraïense influencer blijft beweren dat corona onzin is, maar hij sterft wel aan het virus. Zijn laatste bericht naar zijn ruim een miljoen volgers is dat hij zich heeft vergist.”

Zichzelf vergist.
Dat bleef hangen. De werkelijkheid ontkennen. En dan uiteindelijk met lege handen staan en alleen maar kunnen zeggen dat je je hebt vergist. Het raakte me.

Ik heb dat eerder gehoord. Open je Bijbel en lees Lukas 16:19-31. Probeer je voor te stellen hoe een uitbundig levend mens de werkelijkheid die letterlijk voor zijn deur ligt, niet wil zien. En hoe hij in zijn leven dus ook God niet wil zien. En lees eens hoe deze gelijkenis eindigt. “Ik heb me vergist.”

Jezelf vergissen. Zou je dat willen? De Heere wil het in ieder geval niet. Hij wil dat je Zijn stem vandaag nog hoort. Dat je Zijn heil-en troostrijk Woord gelooft (Ps. 95:4) en dat je voor Hem leeft. Maar om nu zo’n stumper als Lazarus te zijn is ook niet echt aantrekkelijk! Begrijpelijk. En toch was hij de meest gelukkige. Niet om zijn ellende, maar omdat de gelijkenis hem typeert als een bedelaar. En een bedelaar heeft twee waarheden geleerd. Hij heeft niets en hij moet van een ander leven. Gods kind leeft op kosten van de Heere Jezus. Zou je dat willen? Hij wil het in ieder geval wel. Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden (2 Kor.8:9).

In Deze Zaligmaker vergis je je nooit. Je staat met volle handen.

Hij haalt bedelaars veilig thuis.

Arie de Vreugd

377