Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Dank of boete?

21_Jouw_vraag

Mij is opgevallen dat in dankdagpreken vaak wordt ingegaan op noden en zorgen van onze tijd. Dankdag is toch om te danken?

Je hebt gelijk: dankdag is om te danken. En hoe belangrijk dat is, blijkt in de Bijbel. De Heere Jezus genas tien melaatsen. Toen er één bij hem kwam om zijn dank uit te spreken, vroeg Hij: “En waar zijn de negen?” Beschamend voor de mensen die toen om Hem heen stonden – en voor ons allemaal.

Danken en bidden is zo belangrijk dat we er een dag voor afzonderen. Ook dat kwam in de Bijbel voor. Zo riep koning Josafath een vasten uit toen de Moabieten oorlog met hem gingen voeren (2 Kron. 20:3). Bij de terugkeer uit de ballingschap deed Ezra hetzelfde (Ez. 8:21). De vasten bij Josafath heeft het karakter van een biddag gehad, bij Ezra dat van een dankdag. Het houden van bid- en dankdagen is in ons land een oude traditie. In de eerste eeuwen na de Reformatie kwamen ze met grote regelmaat voor. Bijzonder is dat de overheid toen aan dekerk vroeg om dergelijke dagen te beleggen. Zo zijn biddagen gehouden in 1672, het zogenoemde rampjaar, omdat de Nederlanden toen werden aangevallen van Engelse, Franse en Duitse zijde. Bij Koninklijk Besluit werd 2 mei 1847 uitgeroepen tot een algemene biddag. Aanleiding was een aardappelmisoogst, met veel risico van honger en ziekte onder de bevolking als gevolg. Helaas wil onze overheid geen verantwoordelijkheid nemen om op dergelijke wijze de afhankelijkheid van God te erkennen.

Want dat is wat in onze kerken op bid- en dankdagengebeurt. Bijzonder heeft dat een plaats in het gebed. De dominee of ouderling noemt dan de zaken waarin we bijzonder Gods goede zorg mogen opmerken. Gezondheid, genezing, kracht in moeilijke omstandigheden, dat we werk hebben, liefde ervaren in onze familie, maar ook zegen in de gemeente. Maar misschien is een familielid ernstig ziek, of draag je een persoonlijke zorg met je mee. Hopelijk heeft hij ook verwoord dat er mensen zijn die dankdag houden in zorgelijke omstandigheden. Wat heb je een goede dankdag als je te midden van alle zorgen de trouw van de Heere mag ervaren.

Op die manier komen ook de zorgen en noden van onze tijd aan de orde. We houden dankdag in een gebroken wereld. En daar komt nog iets bij. Hoe kunnen wij echt dankdag houden? Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij (Mark. 7:6). Hoe zul jij God erkennen als je Hem niet kent met je hart? Welk dankoffer zul je Hem geven, als je je leven toch in eigen hand houdt en alles wat je doet met zonde is besmet? In ons land wordt steeds minder gedacht en geleefd vanuit Gods Woord. Dat legt een smet op ons volk. En daar kunnen wij ons niet van losmaken. Dezelfde boosheid leeft ook in ons hart; onze daden zijn met dezelfde zondigheid besmet.

Bekering is nodig. Dat we de zonde haten en verlaten en de Heere liefhebben en dienen. Luther vertaalde het woord bekering met ‘boete’; Calvijn spreekt van ‘boetvaardigheid’. Denk maar aan de gelijkenis van de verloren zoon. Zie je de ommekeer? Hij was ver bij zijn vader vandaan gegaan, maar hij kwam terug. Zie je de boete? Hij had veel van zijn vader gekregen, maar alles doorgebracht. Aan zijn oprechte vernedering was de echtheid van zijn bekering te merken. Het is goed dat dat op dankdag aan de orde komt. En dat we zo ook het goede voor ons volk dragen op ons hart. O Heere, ontferm u uit genade! De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten (Ps. 51:19) Hoe was jouw dankdag?

  • ds. G.W.S. Mulder
376