Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Gericht op het leven

JOUW VRAAG

Hoe kun je het beste tegen iemand die geen christen is, uitleggen waarom wij tegen euthanasie zijn? - Joanne

Dat het niet meevalt om Bijbelse standpunten goed uit te leggen aan niet-christenen, heeft de Nashville-commotie wel laten zien. Als christen verwoord en lees je dingen vaak heel anders dan als niet-christen. Je komt ook heel snel in ‘wij-zij-denken’ terecht.
Belangrijk is om je te verplaatsen in de ander. Waarom stelt de ander deze vraag? Wat maakt dat hij zo reageert? Misschien wordt je collega of medestudent wel geconfronteerd met het lijden van een vader, moeder, opa of oma. Daar zit dan veel pijn en verdriet. Het is belangrijk om dat te begrijpen.

Een seculier – ongelovig – iemand zal vanuit zijn overtuiging euthanasie als een reële mogelijkheid zien. Iemand heeft recht op een waardig leven, maar ook op een waardig sterven. Het leven is op een gegeven moment voltooid. Dan moet je iemand toch niet ondraaglijk laten lijden? Euthanasie– waarbij opzettelijk het leven van een patiënt wordt beëindigd door een ander (vaak een arts) – ligt dan voor de hand. En wie ben jij als christen om daarvan iets te vinden?

Jij zult de pijn en het verdriet dat het – soms ondraaglijke - lijden met zich meebrengt, niet ontkennen. Integendeel, dat is er en het is aangrijpend. Dat vind je als christen ook. Zeker als je door Gods genade hebt geleerd dat het ook jouw zonden zijn, die dit leed veroorzaken. Dan wordt de pijn van de ander ook jouw pijn. Dan grijpt het sterven van de ander je aan. Sterven betekent God ontmoeten. Laat je bewogenheid met de ander zien. Leef allereerst mee, voordat je je – Bijbelse – overtuiging met de ander deelt.

Die overtuiging heeft de ander wel wat te zeggen. Het leven is niet van mijzelf. Het is van God. Ik ben door Hem geschapen. Hij leidt mijn leven, zorgt voor mij. Door mijn zonde is mijn leven onderworpen aan lijden, pijn, verdriet, moeite en zorg. Mozes verwoordt dat indrukwekkend in Psalm 90. Hij belijdt zijn zonden tegenover de heilige en grote God. Maar hij hoopt ook op Gods genadige trouw. Zo heeft hij toch verwachting, ondanks zijn zonde en de eindigheid van het leven. We kunnen ons standpunt over euthanasie niet los zien van de verwachting die ware gelovigen mogen hebben na het sterven. Het door God geschonken leven is bedoeld om eeuwig te leven. Wie dat perspectief heeft, ziet door het geloof over alles heen op het eeuwige, zalige leven. Dat leven heeft de Heere Jezus verdiend. Door te lijden en te sterven (!). Door op te staan aan de andere kant van het graf, in het eeuwige leven. Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven (Joh. 11: 25).

God bepaalt het begin en het einde van ons leven. Wie als mens daarin actief ingrijpt, gaat op de stoel van God zitten. Dat recht hebben wij niet. Integendeel, we moeten ons vernederen voor God en belijden: “Heere, ik begrijp U niet, maar wat U doet is toch goed. Omdat U God bent”. Dat is een belijdenis. Dat valt hopelijk rustig uit te leggen, maar het druist wel in tegen alles van de huidige cultuur. Daarin beschik ik over mijn eigen leven, is voor lijden en verdriet geen plaats. Het zal dus niet zomaar begrepen, laat staan beaamd worden.

Er zijn ook wel argumenten aan te dragen om af te zien van euthanasie. De palliatieve zorg -  die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten – is sterk verbeterd. Is deze benadering, die niet is gericht op de dood, maar op het leven, voldoende onderzocht?
Euthanasie is zo definitief. Kun je die verantwoordelijkheid nemen? Uiteindelijk zeggen we als christenen: “Nee, dat komt alleen God toe”. Wij hebben de roeping om het leven van mensen zo goed mogelijk te verzorgen, juist ook in die laatste fase. Laat deze liefde tot de naaste voortkomen uit de liefde tot God. Dat gunnen we niet alleen christenen, maar iedereen.

Laurens Kroon

 

376