Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Grond voor Gods beloften

201613_jouwvraag

Hoe kan het dat de Heere dingen belooft (bijvoorbeeld: Roept Mij aan in de benauwdheid, Ik zal er u uithelpen), terwijl we nergens recht op hebben? Hoe kun je pleiten op de Doop, als we nergens recht op hebben?


Je hebt gelijk: wij hebben nergens recht op. God heeft Zijn beloften ook niet gegeven, omdat wij dat zouden hebben verdiend.  Het is ook niet zo dat Hij ze gaf, omdat wij ze zullen aannemen. Zacharias zong van de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods (Luk.1:78). We noemen dit Gods welbehagen. Enkel omdat Híj het wilde heeft Hij zondaren verkozen tot de zaligheid.

Het Woord van de drie-enige God

Laten we nog iets meer stilstaan bij de belovende God. Hoe heeft Hij Zijn beloften gedaan? Die heeft God in de eerste plaats aan Zijn Zoon gegeven. Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen (2Kor.1:20). Om deze beloften waar te maken, heeft Christus beloofd Borg te worden en de schuld van al de Zijnen te betalen. We noemen dit het genadeverbond. Maar dan zal Hij ook hun Zaligmaker zijn. Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen (Joh.6:37).

En hoe vervult God Zijn beloften? Daarvoor is de Heilige Geest uitgestort. Hij zorgt ervoor dat Gods Woord overal gebracht wordt. En de Heilige Doop is ook aan jouw voorhoofd een teken en een zegel van Gods genade. Zo zeker als jij gedoopt bent, zo zeker is het waar: Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden (Spr. 8:17).

God maakt Zijn Woord waar

En dan nu naar de mens die de beloften uit de Bijbel leest en hoort. De Heere geeft ons dus in Zijn Woord grond om Hem te zoeken. We mogen al onze (geestelijke!) noden Hem bekend maken en de vervulling ervan van Hem begeren en verwachten. Maar als het van ons afhangt, zal de liefelijkste nodiging net als de ernstigste waarschuwing afslaan op ons harde hart. In ons leven blijkt dat er niemand is die naar God zoekt (Ps.14:2,3). Dan moet het Woord eeuwig tegen ons getuigen.

Toch blijft het waar: God vervult de belofte van Zijn genadeverbond. De Heilige Geest zorgt ervoor dat degenen die de Vader aan Christus gaf ook werkelijk zullen komen. Hij roept hen krachtig met een innerlijke roeping. Voor de inwendige roeping gebruikt de Heere de uitwendige roeping. Datzelfde Woord waaronder de één zich verhardt, wordt voor de ander reden tot verootmoediging.

Want zo gaat het altijd als de Heere een belofte in het leven vervult. Dan kom je terecht in een gemis. En dat terwijl je de Heere niet meer kunt missen. Dan wordt het nood in je ziel, omdat je vanwege de zonde niet voor God kunt bestaan. Je schreef dat wij nergens recht op hebben. Dat is waar. En als de Heilige Geest daar iets van laat beleven, verliezen we alle zekerheid aan onze kant. Dan houden we enkel schuld over. Hoe nodig dat dit gebeurt in ons leven. Er staan veel beloften in de Bijbel. Maar dan ga je de Heere smeken of Hij er één in je leven waar wil maken. Zo zoek je dan houvast in het Woord; of de Heere wil spreken tot je hart. Zo krijg je de Heere Jezus nodig als je Zaligmaker, want alleen door Hem kan een zondaar in Gods beloften delen. Zo leert de Heilige Geest arme en schuldige zondaren pleiten op genade alleen.

ds. G.W.S. Mulder

376