Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Ik zoek al heel lang...

2018-09 JOUW VRAAG

Veel mensen die in de Bijbel bekeerd werden, waren niet op zoek naar God. Denk aan Paulus of aan de stokbewaarder. Ik zoek al heel lang en vind Hem niet… Hoe zit dat?

Ik kom veel jongeren tegen die met deze vraag worstelen. Ik zoek en bid al zo lang, maar er verandert niets in mijn leven…
Als ik eerlijk ben, vind ik dit een heel moeilijke vraag. Temeer omdat ik je niet ken en elke jongere en elke situatie weer anders is. Paulus en de stokbewaarder waren inderdaad niet op zoek naar God. Ze werden door de kracht van Gods majesteit en heerlijkheid overweldigd. Ze zagen als in een flits dat ze in diepe ellende waren terechtgekomen en vroegen in die nood naar de Heere. En jij zoekt al heel lang en vindt Hem niet. Waar zou het bij jou dan op vast zitten? Zou het aan God liggen? Jij zoekt tenslotte al heel lang… Maar welke verhindering zou er aan de kant van de Heere zijn? Hij staat in het Evangelie met uitgebreide armen te wachten om genadig te zijn. Denk alleen al aan de gelijkenis van de verloren zoon. De Heere Jezus was - en is! - met innerlijke ontferming bewogen over mensen. Over de schare (Mark. 6:34), maar ook over de enkeling (Luk. 7:13). Nee, aan de Heere ligt het niet. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden (Joh. 3:17).

 

Niemand die God zoekt

Ik ben bang dat je de oorzaak bij jezelf moet zoeken. Wil ik je daarmee op jezelf terugwerpen? Nee, ik wil je graag op het Woord van God wijzen. Dat is het middel dat God gebruikt om je te bekeren. Welk licht laat de Bijbel over jouw situatie schijnen? De Bijbel laat ons zien dat er van jou en van mij geen goed te verwachten valt. Het is het verdrietige refrein dat telkens klinkt. In Romeinen 3 vanaf vers 10 schetst Paulus daarvan een schokkend beeld: Er is niemand die God zoekt… En jij zoekt al heel lang… Wil ik daarmee jouw zoeken in twijfel trekken? Nee, zeker niet. Maar de Bijbel drukt je met de neus op de feiten: ik zoek wel, maar kom daarin alles tekort! Laat dat je voor Gods aangezicht brengen. Ook in de Psalmen vind je bidders die zoeken, maar niet kunnen vinden. Laat Psalm 6, of Psalm 13, of Psalm 38, of Psalm 77, je gebed zijn. Stuk voor stuk Psalmen waarin de dichter zijn nood bij de Heere klaagt, én waarin hij – vaak aan het einde van de psalm - houvast zoekt in de trouw en genade van de Heere Zelf. Dat is de weg die de Heere vaak gaat. Denk aan Psalm 103 vers 2:

Loof Hem, die u, al wat gij hebt misdreven,
Hoeveel het zij, genadig wil vergeven;
Uw krankheên kent en liefderijk geneest;
Die van 't verderf uw leven wil verschonen,
Met goedheid en barmhartigheên u kronen;
Die in den nood uw redder is geweest.

Weet je wat het wonder is? Dat God niet afhankelijk is van jouw zoeken. Dat bewijzen de geschiedenissen van Paulus en de stokbewaarder wel. De Heere zegt het ook in Jesaja 65: Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten (vers 1a).

Wat moet je nu doen? Doe als de Psalmdichters. Houd aan bij God. Doe als Bartimeüs in Markus 10. Hij riep en bleef roepen. En Jezus stil staande, zeide dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed, sta op, Hij roept u (vers 49). Hij roept u! Wat een wonder als je dan ervaart dat niet jij Hem zoekt, maar dat Hij jou zoekt! Dat is pure genade.

Laurens Kroon

376