Opening en werkvorm
Begin deze Bijbelstudie door jongeren zoveel mogelijk woorden te laten bedenken bij:
- Vader-zoon
- Werkgever-werknemer
Schrijf deze twee vormen van relaties op een whiteboard of flipover en laat jongeren woorden bedenken die hierbij passen.
Lezen
Lees met elkaar Lukas 15 vers 11 tot en met 32.
Wat je vooraf moet weten
Jezus vertelt deze gelijkenis in het kader van de opmerking dat Jezus de zondaars ontvangt en met hen eet. Jezus vertelt daarom drie gelijkenissen: over de verloren penning, het verloren schaap en de verloren zoon. Iedere gelijkenis heeft een punt. Een scherpe boodschap. De farizeeën hebben dat heel goed aangevoeld: deze gelijkenissen ging over hen. Zij gaven geen goed beeld door van Wie God is, daarom hadden ze ook totaal een verkeerd beeld van zonde en genade.
Gespreksvragen*
(O) - Wat lees je over de jongste zoon?
(I) - Welk beeld krijg je van de jongste zoon?
(O) - Welke informatie krijg je over de vader?
(I) - Welk beeld krijg je van deze vader?
(T) - Wat vind je van deze vader?
(O) - Wat lees je over de oudste zoon?
(I) - Welk beeld krijg je van hem?
*Inductieve Bijbelstudie:
(O) - Observatievraag: wat staat er letterlijk?
(I) - Interpretatievraag: wat betekent het?
(T) - Toepassingsvraag: wat is de boodschap voor jou?
Toepassing
Ga terug naar het whiteboard of de flip-over met de woorden over de relatie tussen vader-zoon en werkgever-werknemer. Hoe zien deze broers hun vader en wat is daarin het verschil tussen de jongste en de oudste? Op wie lijk jij en welk beeld heb jij van God en van jezelf?
Achtergrondinformatie
Om je voor te bereiden zou je de volgende bronnen kunnen gebruiken:
- Bijbel met uitleg
- Ds. A.T. Vergunst, Gods rijke genade (preek over Lukas 15): http://www.prekenweb.nl/nl/Preek/Open/15525