Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: Bukkend leven

BLOG.jpg

Op een zonnige dag in april lijkt het mij een goed idee om naar een speeltuintje te gaan. We komen aan op een groen grasveld, gevuld met paardenbloemen. Een deel bloeit uitbundig, een ander deel is uitgebloeid. Het mooie van van deze bloemen is haar schoonheid in haar sterven. Juist in deze laatste fase van het leven, is deze bloem op zijn mooist.

Er staat een schommel, een wip en een prachtig klimrek, inclusief glijbaan! Mijn kleine vriendinnetje stapt met een blij hoofd de speeltuin in. Recht op de paardenbloemen af. Ze plukt en blaast of het een lieve lust is. Wat een prachtig speelgoed is het toch. Slim zijn ze eigenlijk, die plantjes. Alsof ze ons mensen een beetje kennen. Alsof ze weten hoe ze kinderen blij kunnen maken, op zo’n manier dat ze er zelf voordeel van hebben. Hoewel het leven van de bloem zelf op zijn einde loopt, ligt zijn toekomst vast in die witte pluizenbol bovenop zijn groene steel. En die witte pluizenbol wordt op dit moment vol enthousiasme weggeblazen door een blonde peuter.

Na enkele minuten is de lol ervan af en denk ze geen seconde meer aan aandeel in de voortplanting van de uitgebloeide paardenbloem. Haar interesse is nu voor iets anders gewekt. Terwijl de glijbaan uitnodigend glanst in de zon, zit mijn nichtje ónder het speeltoestel. Daar krioelt het van het leven. Mieren, wespen en kevertjes hebben hier een perfecte schuilplaats. Momenteel worden ze bewonderd door twee blauwe oogjes. Er wordt naar ze gewezen met een uitgestoken vingertje.

Een kind. Vol verwondering. Vol nieuwsgierigheid. In plaats van interesse voor de grote, plastic glijbaan, roept ze vol enthousiasme de namen van de krioelende beestjes, met aan haar handjes nog wat sap van de geplukte paardenbloemen. Ze bukt ervoor, dicht bij de grond. Ze wil leven zien, ze zoekt ernaar. En ze vindt het nog ook. Al bukkend krijgt ze vuile knietjes.

En ik? Ik zie het en denk. Waar zoek ik naar? Naar aardse, grote, glanzende eigendommen? Naar dingen die kapot gaan, naar dingen waar geen leven in zit? Of zoek ik het Leven en stop ik niet tot ik het heb? Buk en buig ik? Of wil ik uit alle macht voorkomen dat ik vuil wordt? Of ben ik net als dat kleine meisje, dat neerknielt en zoekt naar leven?

Matanja van Koeveringe

289