Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: De spiegel

BLOG JONGEREN.jpg

Hij stond voor me in de rij. De oude, gebogen man. Een bril op het puntje van z’n neus. Ja, dat zag ik in de vluchtigheid tijdens het afleggen van het parcours naar de testhokjes. Het mondkapje zweefde onder zijn neus. Ik voelde aan mijn eigen mondkapje. Ja, die zat ook niet op de goede plek. Haastig sjorde ik hem goed en bestudeerde de man opnieuw. Grijs haar. Hij leunde op een bruine stok. Het maakte hem tot een echt oud mannetje.

Ik maakte het plaatje in mijn hoofd compleet. Deze man heeft misschien wel dezelfde klachten als ik. Of zal deze man er ook nog benauwdheid bij hebben? Het maakte verder ook niet uit. Het feit dat hij hier in de rij staat, is al erg genoeg.
De rij schoof langzaam op. Ik werd ongeduldig. Wat een gedoe ook. Ik miste m’n leerlingen uit groep 5. Doordat ik klachten had, mocht ik niet voor de klas. Ja, dat frustreerde me.

De man verstevigde zijn passen toen hij het gebouw binnenstapte. Plantte zijn stok over het drempeltje en stapte er zelf kordaat overheen. Ik mocht de man meteen volgen. Hij boog zich wat naar voren bij het loket en zei: “Meneer, mag ik alstublieft bij iemand testen die mij de uitslag zo snel mogelijk kan geven?” Mijn interesse was gewekt. Er was iets aan de hand, dat voelde ik. 

“Ik heb klachten, maar dat zal u niks verbazen. En ik heb een vrouw thuis, in de laatste levensfase. Ik ben haar mantelzorger. Straks kan dat niet meer!” De ernst galmde na toen hij uitgesproken was. Ik kreeg kippenvel. Langzaam rechtte ik mijn rug en keek de jongen achter het loket aan. Hij wist duidelijk geen raad met deze situatie. Een snelle wenk naar zijn collega. Een vluchtige samenvatting van de situatie. Meneer werd gerustgesteld. Ja, ze zouden hun uiterste best ervoor doen.

En ik? Ik voelde me beschaamd. Ja, ik had klachten. Nee, ik kon mijn werk niet doen. Het werk voor de klas, dat ik in deze dagen zo ongelofelijk mis. Ik zou er wel van kunnen stampvoeten, omdat het me totaal niet uitkomt. Maar helpt het? Los ik mijn ziek-zijn ermee op?

Deze situatie zette mij stil. Midden in die rij wachtende mensen. We kunnen om de kleinste dingen geërgerd zijn. Gefrustreerd raken. Boos worden. Maar is het ons recht? Moeten we de kleine dingen niet veel meer leren waarderen? Juist in deze tijd van moeite en ziekte?

Deze man had het ongetwijfeld zwaar. Hij moest voor zijn vrouw zorgen. Nee, hij mócht het doen. Maar voor hoelang? Hoelang zou zijn vrouw nog in het heden der genade zijn? Het einde van haar leven was misschien wel heel dichtbij…

Het was een spiegel. Graag houd ik hem jou ook voor. En daarna trek ik de spiegel weer terug naar mezelf.

Annerinda Hardenbol

289