Toegegeven: de Dordtse Leerregels zijn niet zo toegankelijk. Ze zijn vanuit het Latijn vertaald naar een Nederlands dat voor ons en vooral voor onze jongeren moeilijk is. Toch hebben wij de opdracht om het navolgende geslacht de loffelijkheden des Heeren door te geven, zodat zij hun hoop op God zouden stellen (Ps. 78:4,7). Dan ben je met Dordt in je hand op de goede weg, want dit belijdenisgeschrift is een grote jubel over Gods genade. Vier kernen van de Bijbelse waarheid over hoe God zondaren redt, waren met de stellingname van de remonstranten in het geding: verkiezing, verzoening, vernieuwing en volharding. Rond deze vier begrippen vind je in de canones van Dordt een samenhangende leer over het heil. Wie op deze thema’s niet zuiver Bijbels spreekt, raakt aan Gods werk, Zijn eer én aan de troost van Gods kinderen.
De Dordtse Leerregels vormen een wachter voor het belijden van de kerk en tegen de dwaling van ons voelen en denken. Juist ook voor jongeren van nu. In Arminius ontmoeten wij de ontwakende moderne mens, die nu ons hele denken doortrekt. In de Dordtse Leerregels kijken wij in een eeuwenoude spiegel, die ons verraadt dat we kinderen van de tijd zijn. Dordt waakt voor de vanzelfsprekendheid van het geloof. Geloven krijgen we niet van huis mee. Dat zal altijd een wonder voor ons hart zijn. Zonder Gods ingrijpen is het hopeloos met ons. Maar dát ingrijpen van God, dat opkomt uit Zijn eeuwige liefde, dat moet ons juist de vanzelfsprekendheid van ons ongeloof uit handen slaan: Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem (1 Joh.4:9). Dát is de jubel van Dordt. Hier moeten we het over hebben met onze jongeren!
Dirk-Jan Nijsink