Ds. Mulder geeft terecht aan dat zowel jongeren als de kerk daarin verantwoordelijkheden hebben. Jongeren moeten verder kijken dan hun neus lang is. Zoeken naar het vuur, en niet blijven staren naar de as. Meer: de Heere zoeken, zich bekeren, met alles wat in hen is. Maar de kerk heeft ook een taak. Een heel belangrijke! Want hoe komt het dat jongeren alleen traditie, dogmatiek en ingewikkelde bekeringswegen zien? Laten we niet meer zien dan? Ik ben ervan overtuigd dat er meer is in onze gemeenten. Ik kom veel bewogen, oprechte ambtsdragers, leidinggevenden en ouders tegen die veel (liefde) voor jongeren over hebben.
Waarom lukt het niet om dat voldoende te laten blijken? Jongeren geven zelf een opening: “Dominees en ouderlingen kunnen meer naast jongeren gaan staan. En meer open luisteren en in gesprek gaan over hun vragen. En ook: hun eigen bekeringsgeschiedenis vertellen.” Ook hiervan weet ik: het gebeurt. Steeds meer. Ook al is het kwetsbaar en vinden we juist dat zo moeilijk. Maar laten we nog een stap verder zetten. We laten in onze woorden en levenswandel zo weinig zien dat de Heere niets liever doet dan arme zondaren het geluk in Christus schenken. Het leven met de Heere Jezus is zo rijk, zo goed. Juist voor arme, verloren zondaren, die inderdaad aan de rand van de afgrond bungelen. Díe boodschap hebben jongeren nodig. Transparant, Bijbels, bevindelijk. Ds. Mulder: “De brandende fakkel van Gods genadewerk moeten we overdragen aan de volgende generatie.” Dat is geen wankel boompje, maar een vast fundament.
Laurens Kroon