Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Interview: “Ook jij hebt een taak in de zending”

2018-12 INTERVIEW

Ruim drie jaar werkte ze als jeugdwerkadviseur bij de Jeugdbond. Eerder dan gedacht riep de Heere haar tot een nieuwe taak in Zijn Koninkrijk. Nu bereidt ze zich voor op haar uitzending, om straks in Ecuador het jeugdwerk te begeleiden. Ik praat met Aline van de Maat over haar werk, de roep van de Heere en het belang van bidders voor het werk van de zending.

Hoe kijk je terug op je werk bij de Jeugdbond?

“Met een beetje heimwee, omdat het een ontzettend fijne tijd was. Ik werkte in een goede sfeer met fijne collega’s. In het werk was ik veel met jongeren bezig, maar ook met het begeleiden van leidinggevenden; door heel het land heen. Het werk was niet altijd makkelijk, maar wel heel belangrijk om te doen.”

Wat heb je geleerd in dit werk?

“Voordat ik bij de Jeugdbond werkte, werkte ik in de hulpverlening vooral met individuen en kleine groepen. Die ervaring heb ik kunnen gebruiken om met grotere groepen te werken bij de Jeugdbond. Wat ik mooi vind,  is dat je daarin oog houdt voor het individu. Aandacht voor elke persoon is zo belangrijk, juist ook in het grotere geheel. In de tweede plaats heb ik geleerd hoe je zoveel mogelijk mensen kunt bereiken met je activiteiten. Het werk bij de Jeugdbond is vaak indirect. Je rust jeugdwerkers toe, maar doet dit zo, dat zij ermee verder kunnen, in de richting van jongeren.
Ik genoot ook van direct contact met jongeren. Echte aandacht voor jongeren is zo waardevol. Het mooie van jeugdwerk is dat je een tijdje mee mag lopen met jongeren op hun levensweg. Dat heb ik als heel mooi ervaren, juist tijdens conferenties en Koers-vakanties.

Wat ik vooral ook geleerd heb, is dat Gods werk doorgaat. We hebben veel ideeën, we zetten ons in en doen ons best, maar het is alleen Zijn werk. Hij gebruikt er mensen voor, maar Hij is niet van ons afhankelijk. Dat geeft moed om door te gaan.  En daarom mag ik het werk ook achterlaten.”

Wat neem je daaruit mee naar je nieuwe werkveld in Ecuador?

“Straks kom ik in een totaal andere omgeving en cultuur, maar de Heere en Zijn Woord zijn hetzelfde. De God van Nederland is de God van Ecuador. Christus bouwt ook daar Zijn Koninkrijk. Ook daar ben ik maar een middel in Gods hand. Dat maakt me afhankelijk van Hem; het kan alleen in Zijn kracht. Tegelijk roept de Heere ons op om ons te geven voor de taak. Dan maakt het uiteindelijk ook niet uit waar je je werk doet. Als Hij je het werk geeft is het goed.
Het is belangrijk om te zien dat ik daar straks ook met mensen werk. Daarom zal het daar ook weerbarstig en niet vanzelfsprekend gaan. Je kunt het ook niet alleen, maar mag het samen doen. Die ervaring neem ik mee. Ik neem ook de ervaringen met jongeren mee. De samenleving vraagt veel van hen en trekt. Oké, jongeren leven hier in een welvarend land. ZGG werkt in Ecuador vooral in wijken waar jongeren het minder hebben, maar de samenleving vraagt ook daar veel van hen. Dan is het mooi dat je een boodschap voor ze hebt. We leven niet voor onszelf. Jongeren, hier en ook daar, hebben de Heere Jezus Christus nodig als Zaligmaker, want ze liggen daar net als hier verloren buiten Hem.”

In Ecuador blijf je je bezighouden met jeugdwerk. Wat heb jij met jongeren?

“De rode lijn in mijn werk zijn jongeren. Jongeren zijn boeiend. Jongeren zijn op hun manier heel eerlijk. Ze durven vragen te stellen, die volwassenen soms alleen maar denken. Jongeren hebben je nodig, maar zijn ook heel eerlijk als ze je even niet nodig hebben. Dat maakt het boeiend. In het jeugdwerk loop je een stukje mee op hun levensweg en ben je in gesprek. Je luistert, je helpt hen bij vragen.
Jongeren zijn de toekomst van de kerk en daarom zijn we veel met jongeren bezig. Maar jongeren zijn het nú ook waard. Het gaat niet alleen om straks. De investering in jongeren is het nu waard. Want, worden jongeren allemaal ouder? We hebben de laatste maanden heel duidelijk gezien dat dit niet zo is. Het gaat erom dat we jongeren nu onderwijzen en leren.”

Moet je een roeping hebben om de zending in te gaan?

“Ja, je hebt een roeping nodig om de zending in te gaan. Je moet weten dat de Heere je zelf roept om een onbekende toekomst in te gaan.  Ik had ook niet verwacht dat ik na drie jaar al weer bij de Jeugdbond weg zou gaan. Ik had in mijn achterhoofd wel nagedacht over een andere plek in Gods Koninkrijk, zoals de zending. Maar mijn werk was nog niet klaar. Toch ging het anders. Dat kwam door boeken die ik las, door het bezoeken van zendingsbijeenkomsten en het lezen in Gods Woord. De zending kreeg een grotere plek, maar nog niet gelijk. Totdat de Heere duidelijk sprak in een preek over Markus 8 vers 34: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij. Als de Heere vraagt Hem te volgen, dan moet ik nú mijn kruis opnemen en Hem volgen en niet pas als ík eraan toe ben. Dat was het begin van een zoektocht: waar heeft de Heere dan een taak voor mij? Kan ik dat; mijzelf verloochenen en gaan?”

Wat betekent dit voor jou?

“Deze woorden, waarmee de Heere roept, geven mij houvast. Het zendingswerk is geen spectaculair avontuur. Het is mooi, maar ook heel moeilijk. Ik vind elke keer weer houvast in Zijn opdracht. Ik leer steeds meer wat het is om het kruis op te nemen en Hem te volgen. Dat geeft houvast voor de toekomst. Dat zal ik straks nodig hebben, want hoe kan ik het moeilijke werk doen, als ik niet op Hem kan terugvallen.”

Hoe wist je dat de Heere de weg baande naar Ecuador?

“Dat gebeurde doordat ik met mensen sprak over zending. Daarnaast las ik over zending. Het is belangrijk om ervaringen van anderen te horen, zodat je je er een beeld van kunt vormen. Ik las in de Bijbel, want daarin zijn antwoorden te vinden. Uiteindelijk kwam de vacature voor Ecuador. Die paste, simpel gezegd, in het plaatje. De functie sloot aan op mijn werk bij de Jeugdbond. Ik geloof dat de Heere mij heeft voorbereid om te vertrekken naar Ecuador in de drie jaren bij de Jeugdbond.”

Je bereidt je nu in Nederland voor op de uitzending. Hoe is dat?

“Het is een mooie tijd, heel divers ook. Naast het volgen van theologische en missiologische vakken bereid ik me ook voor op het gebied van weerbaarheid en veiligheid. Ik ga alleen naar Ecuador en de samenleving is daar heel anders. Wat heb ik daarvoor nodig?  Wat doet het met me om daar alleen naartoe te gaan? Ik laat mijn familie en vrienden achter; daar moet ik me ook op voorbereiden. Ik bezoek zendingswerkers en oud-zendingswerkers. Ook loop ik mee bij verschillende evangelisatieprojecten. Dat is leerzaam. Zo groei ik toe naar het vertrek naar Ecuador.
Het is belangrijk dat ik mezelf voortdurend herinner waarom ik naar Ecuador ga. De Heere heeft daar een taak voor mij. Dat is het doel. Het gaat om Zijn Koninkrijk.
Tot slot ben ik ook bezig met het thuisfront. Het is belangrijk dat het thuisfront op de hoogte is en blijft, ook straks. Een biddende gemeente is belangrijk. Daarom is een thuisfrontcommissie opgericht. Het zendingswerk moet vooral door het gebed gedragen worden.”

Deze week is de zendingsdag. Waarom zou jij jongeren aanraden om ook naar de zendingsdag te gaan?

“Omdat elke jongere ook een taak heeft in het zendingswerk.  Sta biddend om de zendingswerkers heen. Op de zendingsdag hoor je de verhalen. Dat kan ook een oproep en boodschap zijn voor jongeren: roept de Heere jou? Je hoort ook over de grote werken van de Heere tijdens de dag. Ik was onlangs op een zendingsavond in een gemeente. Een meisje vroeg mij welke opleiding ik gevolgd had. Zij moest nog een opleiding kiezen. Dat is mooi. Je mag zo concreet met deze dingen bezig zijn. Welke invloed hebben keuzes voor de toekomst? Kan ik met mijn opleiding dienstbaar zijn in Gods Koninkrijk? Laat je daarin leiden door de Heere en vraag je af: roept de Heere ook mij in Zijn Koninkrijk?”

289