Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Blog: Waar zijn de vaders in de opvoeding?

Uil

Waarom zie ik hier geen vaders? Hoopvol kijken de moeders naar mij: Hij, als enige man, begrijpt het toch wel? “Ik ben al blij dat mijn man thuis is, zodat hij kan oppassen.” “Ja, je weet het he, druk voor de zaak.” Ik herken het wel, maar weet niet of ik het wil begrijpen; vaders die de opvoeding aan hun vrouw over laten.

Door: Sjaak Jacobse

Omdat de file al vroeg begint, besluit ik na een werkdag ‘in de staart van de file’ uit Woerden te vertrekken. Langer wachten dan 17:30 kan echt niet want ik wil om 19:30 aanwezig zijn zodat ik  kennis kan maken met deze ouders. Daarom moet ik rekening houden met zeker een half uur file. Helaas blijkt het tegen te zitten. Na een rit van bijna tweeënhalf uur kom ik bij de kerk aan. Van achter het stuur heb ik de kostersvrouw gebeld en de avond is al gewoon begonnen. Na het zingen kom ik binnen en wordt ik welkom geheten. Namens de CGO mag ik een avond invullen rondom het thema ‘leefwereld van jongeren’ voor ouders die thuis tieners hebben. Ik hou van tieners en voel de missie om aan vaders en moeders over te dragen dat ze moeten stoppen om hun zoon of dochter te zien als ‘een problematisch geval waarmee het hopelijk voor hun twintigste weer goed komt’. Juist de tienerleeftijd met alle turbulentie biedt de mogelijkheid om dichtbij te komen. Daarom kom ik niet met een verhaal over de ach’s en och’s van de tienerwereld. Ouders kennen de verhalen over sexting, drankgebruik, verruwing etc. wel. Ik ben de uitdaging aangegaan om met een nieuw verhaal te komen: ik wil ouders meenemen en ze leren om door de ogen van hun tiener naar de wereld te kijken. Waarom doet Marcel van 13 zo stoer? Hoe ziet Irene haar schoolomgeving? Wat doet een ‘allesmoetleukzijn-cultuur’ met mijn kind? Zo heb ik twaalf thema’s voorbereid en wil graag dat ouders hier onderling over in gesprek gaan. Als werkvorm heb ik gekozen voor opdrachten die stellen samen kunnen bespreken maar ook voor bespreking van een casus in een groep vaders en een groep moeders. Zodra ik de deur binnenstap zie ik dat dit plan in duigen valt. Er is weliswaar één vader, maar die is er namens de kerkenraad. Verder schitteren de overige vaders door hun afwezigheid. Dan maar improviseren en insteken op het toerusten van ouders via de moeders.

Na een goede avond waarin we van herkenning via inzicht naar de vraag ‘wat heeft mijn kind in deze fase nodig en hoe doe ik dat?’ gegaan zijn, besluit ik om niet weg te gaan voordat dit thema benoemd is. “Hoe gaat u hier samen als vader en moeder thuis verder invulling aan geven? Tussen twee haakjes: wat maakt het dat u hier alleen bent?” Ik zie moeders snel blikken uitwisselen, er klinkt wat gespannen gelach en dan komen de standaard excuses: belangrijk werk, te druk, te vaak weg. Ik realiseer me dat als ik met een vinger naar deze afwezige vaders wijs, er vier vingers wijzen naar een vader die op dat moment ook (weer) weg is en niet in zijn gezin in. Wat zal er gebeuren als ik doorvraag? Zullen we komen op het pijnpunt dat in veel gezinnen in de praktijk ‘ma’ de opvoeder is en ‘pa’ zorgt voor voeder? En kan ik, als buitenstaander in die gemeente, op een verbindende manier dit punt maken? Ik besluit om aan het eind van de avond wel een pleidooi te doen om samen op te trekken in de opvoeding: ‘elke tiener heeft een moeder én een vader nodig’, maar ik besef dat ik dit tegen de vaders had moeten zeggen. Samen eindigen we de avond met Psalm 72. Omdat er een Koning is, zal zelfs een hand vol zaad op de meest onvruchtbare plaatsen gezaaid, leiden tot een rijke oogst!

Als ik om 22:30 naar buiten loop zie ik dat er op de lantaarnpaal een kerkuil zit. Een behoorlijk klein exemplaar. Vast een mannetje. Hij ziet mij ook en vliegt weg. Even later klinkt zijn jachtkreet. ‘Weer zo’n mannetje die zijn rol alleen maar ziet als het zorgen dat er eten binnenkomt’ schiet er door mij heen. Nee, er is toch een verschil. Voor dit mannetje staat voeding écht gelijk aan opvoeding, terwijl de afwezige vaders zich misschien wat minder zouden moeten richten op voeding.

821