Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Vreugdevolle catechese

kr_vreugdevolle_catechese.jpg

“Laten wij ons aanpassen aan hen met de liefde van een broeder, een vader, een moeder.” Dit schreef Augustinus aan een vriend. Deze vriend worstelde met het lesgeven aan beginnelingen in het christelijke geloof. Eigenlijk een catecheet dus.

Augustinus geeft in dit boekje zeven belemmeringen die wij kunnen ervaren in het geven van geloofsonderwijs. Hij stelt er ook zeven adviezen tegenover. Nog altijd zijn deze adviezen de moeite waard om te overdenken en te doen. Ik maak daarbij meteen een vertaling van de dingen die Augustinus beschrijft, naar de praktijk van nu.

Durf af te dalen

De eerste belemmering die Augustinus noemt is onze hoogmoed. We hebben veel te vertellen en willen onze kennis delen. Het liefst op ons niveau. Dat zorgt voor een blokkade. Als het niveau te hoog is, brengen we geen kennis over. Het is nodig om af te dalen. Augustinus wijst daarbij zelfs naar het voorbeeld van Christus Zelf. Hij werd zwak met de zwakken en werd het niet moe om Zijn discipelen te onderwijzen.

Improviseer

Wij vinden de inhoud van de les belangrijk. Tenslotte gaat het om de geloofsleer. Als we daarbij echter niet op de vorm letten, zal de inhoud schade lijden. Daar moeten we ons van bewust zijn. We moeten niet koste wat het kost vasthouden aan onze voorbereiding. Meer dan eens betekent catechese improvisatie, omdat blijkt dat de vorm niet passend is. Een gewone catechisatieles kan bijvoorbeeld niet overgezet worden naar online. En veel van onze voorbereiding zal vaak niet aansluiten bij de behoeften van jongeren. Het is dan de kunst om de vorm zo aan te passen dat de inhoud overeind blijft.

Herhaling is niet nutteloos

Soms leggen we iets keer op keer uit. Maar als jongeren merken dat een catecheet daar eigenlijk geen zin in heeft, is dat erg schadelijk. Herhaling hoeft niet afgezaagd te zijn. Augustinus: “Laten we ons aanpassen aan hen met de liefde van een broeder, een vader, een moeder. En zijn we eenmaal verbonden met hun hart, dan lijkt die stof ook voor ons nieuw. Want groot is de kracht van het inlevingsvermogen: als het hun iets doet wanneer wij spreken en ons wanneer zij leren, dan wonen wij in elkaars hart. Wat zij horen, spreken ze zo in zeker zin uit in ons, en wij leren in hen op een bepaalde manier wat wij zelf doceren.”

Wees verrassend

Iets nieuws, iets verrassend lokt jongeren soms uit de tent. Altijd maar dezelfde methode, dezelfde aanpak, werk afstomend. Laat jongeren ook veel inbreng hebben. Zoek het gesprek. Daag hen uit. Gebruik daarbij ook humor, als dat past. Interactie, een verfrissende aanpak en een les waar vaart in zet, zal jongeren helpen om overeind te komen en actief deel te nemen aan de les.

Volg Gods wil

Een grote belemmering in het werk in Gods Koninkrijk is het gevoel dat er dingen te doen zijn die nuttiger zijn. Wie dat echter voortdurend denkt, is niet vruchtbaar op dat moment. God alleen overziet de hele wijngaard. Hij weet wat nodig is. Blijkbaar is het Zijn wil dat u doet wat u nu doet. Volg getrouw Zijn wil.

Erger je niet

Ik merk regelmatig in gesprekken met catecheten dat ze zich ergeren aan jongeren. Dat is jammer en niet nodig. Augustinus is de theoloog van de liefde. Altijd weer benadrukt Hij dat de kern van het christelijke geloof liefde is. Als er iets van de liefde van God in ons hart is, mogen we met die liefde alle jongeren lief hebben zoals ze zijn. Accepteer hen, wat niet gelijk staat aan het accepteren van hun gedrag. Liefde, betekent ook duidelijkheid. Voel je ergernis opkomen, maak het niet persoonlijk en emotioneel. Bid of God de ergernis wil omzetten in vurigheid en gedrevenheid.

Ootmoedig, maar opgewekt

Tot slot een belemmering die heel teer kan liggen in ons leven. Zonde van onszelf kan ons de vrijmoedigheid ontnemen. Augustinus wijst dan de weg van verootmoediging en schuldbelijdenis. Het is dan allereerst nodig dat het weer goed komt tussen de Heere en ons hart door de schuldvergevende genade in Christus. Klagen over de zonde mag in de binnenkamer, maar naar jongeren toe moeten we goed spreken van de Heere. Augustinus: “Ons gevoel van onvolkomenheid mag ons niet weerhouden ernaar te streven om anderen tot volkomenheid op te leiden, want dat is het beste middel om onze tekortkomingen goed te maken. (…) Zo neemt het gehoor met genoegen in zich op wat bij jou krachtig en blijmoedig opwelt uit een rijke stroom van naastenliefde.”

 

Dirk-Jan Nijsink

 

Deze blog is een uitwerking van een korte presentatie die ik gehouden heb tijdens de online sessies met catecheten op 2 en 9 februari.

821