Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Meer Paulus in de kerk

everaldo-coelho-2GW4S08kd-8-unsplash.jpg

Hebben christenen een beter leven dan andere mensen? Doen christenen het beter dan anderen? Het antwoord van een catechisant raakte mij diep: “Ik weet niet of ik wel christen wil zijn, ik zie namelijk niet dat het leven van echte christenen beter is of dat ze betere dingen doen.”

Ik moest opnieuw aan dit gesprek op catechisatie denken toen ik het artikel van docent Jan de Wit las in het Reformatorisch Dagblad. Een waardevol artikel. Hij roept op tot een hernieuwde oriëntatie op Christus, want alleen een ruime evangelieprediking keert ons af van de zonde en een leven in deze wereld.

Dat jongeren levens van mensen vergelijken is begrijpelijk en goed. Dat ze vervolgens tot de conclusie komen dat het leven in deze wereld aantrekkelijker is, dan het leven van Gods kinderen, is ook begrijpelijk. Dat is toch een gedachte die we allemaal kennen, en het is alleen genade dat ons op andere gedachten brengt?

De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die van de Geest van God zijn. Ze zijn hem zelfs een dwaasheid, zegt Paulus (1 Kor. 2:14). Maar waar zit dan het probleem? Dat een onbekeerd hart niet de rijkdom ziet van een leven waarin alles jubelt vanwege Gods genade in het Evangelie geopenbaard, is een gegeven. Alleen, is dit er? Dat mensen roemen in het kruis van Christus niet aantrekkelijk vinden hoeft ons niet te verbazen. Alleen de vraag is of die roem er is.

Dit zijn dingen die het waard zijn om te overdenken. Juist in de dagen voor het kerstfeest; de adventstijd van de kerk. In de vroege kerk was advent in tijd van boete, gebed en verootmoediging. Juist op dit punt wil ik mijn hoofd buigen. Hoeveel schuld maken wij tegenover Gods heilige Wet met onze zonde, maar hoeveel schuld maken wij, persoonlijk en als kerk, tegenover Gods heilig Evangelie?

Paulus was vol van dat Evangelie. Hij schaamde zich er niet voor. En wie zou willen ruilen met het leven van Paulus? Het lijden, de pijn, de gevangenschap; dat gunde Paulus een ander niet, maar de vreugde van zijn hart was Christus, Zijn leven! Wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede met God door onze Heere Jezus Christus (Rom. 5:1).

Samen met mijn catechisanten neem ik dit jaar de Romeinenbrief door. Soms kan de kerk voor jongeren zo deprimerend zijn. Overal lijken we op tegen te zijn. Zijn we eigenlijk wel ergens voor? Meer Paulus in de kerk, daar ben ik voor. Niet om hem te gebruiken om onze leerstellingen te staven. Laten we luisteren naar Paulus! Laten we hem lezen met onze oren. Laat Paulus ons leven lezen.

Ooit zei een leidinggevende tijdens een Bijbelstudie dat ze “Paulus, om eerlijk te zijn, maar vervelend vindt, omdat hij het altijd zo goed lijkt te weten.” Toen ik erop doorvroeg, bleek juist dat ze zo jaloers op hem was, omdat hij zo zeker was van de zaligheid voor hem in Christus alleen. Daarom wil ik meer Paulus. Want Paulus heeft het meest positieve verhaal dat er is!

We zijn vleselijk, we zijn verkocht onder de zonde. Het bedenken van het vlees is vijandschap tegen God. Het vlees onderwerpt zich niet aan Gods Wet, het kán dat zelfs niet (Rom. 8:7). Dít is toch geen theorie? Ik hoop het niet! Ik hoop dat we als jeugdwerkers en ambtsdragers weten dat dit waar is, maar dat we het om één reden daar niet bij laten, namelijk het Evangelie.

Meteen al na de zondeval laat God het er Zelf niet bij. Dan klinkt daar zomaar de eerste Evangeliebelofte van God. Onbegrijpelijk toch dat God zo handelt, terwijl de mens zo diep in de zonde gevallen is. Er zijn geen woorden te vinden om de diepte van de zonde te peilen, maar God stelt daar één woord tegenover: Heil! Hij heeft Zichzelf begeven om de mens te zoeken, toen hij al bevend voor Hem vluchtte, en heeft hem getroost, belovende hem Zijn Zoon te geven (NGB, 17).

Ik kan niets beters bedenken dan dit. Het is het enige antwoord op de zonde, want het is een antwoord dat van God komt. Laten we ons daarom verootmoedigen als we er niet in slagen om dit licht van het Evangelie te ontsteken en met Augustinus te bidden: “O liefde die altijd brandt en nooit dooft. Mijn God, mijn liefde, ontsteek Uw licht in mij!”

  • Dirk-Jan Nijsink
391