Annuleren

Zoek hier binnen onze website

Kerkenraad neemt zorg jongeren serieus

In elke gemeente zijn jongeren in ontwikkeling. Maar niet elke gemeente neemt ze even serieus. Hopelijk doet goed voorbeeld goed volgen.

Door: Laurens Kroon

Pas was ik te gast bij een gemeente waarvan de kerkenraad heel serieus onderzoek heeft gedaan naar de ontwikkelingen onder hun eigen jongeren. Ik sprak met hen over de aanleiding, het proces en de uitkomst.

Aanleiding

Diverse ontwikkelingen gaven aanleiding tot het onderzoek. Jongeren sloten zich aan bij een baptistengemeente en lieten zich overdopen. Andere jongeren deden wel belijdenis binnen de gemeente, maar stapten korte tijd later toch over naar een ander kerkverband. Soms duidelijk beïnvloed door interkerkelijke (jongeren)organisaties. Filmpjes op Youtube van voorgangers van divers pluimage werden minstens op dezelfde waarde geschat als de zondagse boodschap van hun eigen predikant. Ouders uitten hun zorgen over de ontwikkeling van hun kinderen. Voor de kerkenraad waren de signalen zodanig urgent, dat besloten werd om enkele broeders de ruimte te geven onderzoek te doen naar deze ontwikkelingen.

Proces

Door middel van literatuurstudie en gesprekken zocht de commissie naar patronen, oorzaken, gevolgen. Zorgvuldig is dit telkens met de gehele kerkenraad gedeeld. De uitkomsten bleken veel herkenning op te roepen, maar legden ook gevoelens van onmacht bloot. De broeders voelden de noodzaak om grondig na te denken over de problematiek onder jongeren en waren bereid anderen erbij te betrekken en hen vertrouwen te geven. Ze waren zich ervan bewust dat verandering noodzakelijk was en ze dit niet alleen aan konden. Uiteindelijk is het ook een zaak die de hele gemeente aangaat. De nood onder de jeugd van de gemeente gaf aanleiding genoeg om zichzelf daarin kwetsbaar op te stellen. Daarbij is goed nagedacht hoe de kerkenraad verantwoordelijkheid kon blijven dragen.

Uitkomst

UIt het onderzoek bleek dat de kloof tussen jongeren en de gemeente, de ambtsdragers, best groot is. Om die te overbruggen is het belangrijk jongeren te bereiken en te ontmoeten. Daarbij zou het sociale wel eens aan het theologische vooraf kunnen gaan. Naast aandacht aan verstaanbare prediking, aansluitende catechese, goed jeugdwerk, en expliciete aandacht voor bijvoorbeeld geloof en wetenschap en seksuele ontsporingen, wordt de komende tijd geïnvesteerd in de sociale binding van jongeren aan de gemeente. Daarvoor is in ieder geval mentoraat in het leven geroepen, waarbij jongeren vanaf 12 jaar een mentor uit de gemeente krijgen om enkele jaren met hen op te trekken. Een commissie vanuit de gemeente zal dit de komende jaren verder doordenken en begeleiden.

Het is natuurlijk niet zo dat een gemeente door allerlei extra activiteiten jongeren kan behouden. We zijn volledig afhankelijk van het werk van de Heilige Geest in de harten van onze kinderen en jongeren. Maar een kerkenraad mag de ontwikkelingen die onder hun jongeren gaande zijn, wel serieus nemen. Ook dat hoort bij de zorg voor de kudde. Met het ootmoedige gebed of de Heere het zegenen wil. 

267