Benodigdheden:
Kaartje met plaatsnamen en kaartjes met een bijzonderheid uit de plaatsen. Speldjes.
Spelverloop:
Bij de ene groep speld je plaatsnamen op de rug. Bij de andere groep ‘bijzonderheden’ uit die plaats. Bijvoorbeeld:
Groningen – Martinitoren;
Alkmaar – kaas;
Amsterdam – Waterlooplein; enzovoorts.
De opdracht is heel eenvoudig: Zoek elkaar!
Aan anderen mag niet gevraagd worden, wat er op je rug staat. Als twee spelers denken bij elkaar te horen, dan vragen ze of het klopt. De ander mag alleen antwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. Staat ieder twee aan twee, dan krijgen de clubleden vijf minuten om de volgende opdracht voor te bereiden: Speel een situatie, waarin duidelijk wordt welke woorden jullie op de rug hadden. De woorden mogen zelf niet genoemd worden. De rest van de clubleden probeert te raden.
Type: Kennismakingsspel