Tekst: Albert-Jan Regterschot - Reformatorisch Dagblad
Bhatti is actief voor de Pakistan European Christian Alliance (PECA), een door hemzelf opgezette stichting die zich inzet voor vervolgde christenen in zijn geboorteland. Hij wordt in het bestuur bijgestaan door verschillende Nederlanders, waaronder Nunspeter Adrie van Engelen en oud-zendelinge Alie Buijert uit IJsselmuiden, beiden lid van de Gereformeerde Gemeenten.
De Drontenaar is net terug uit Pakistan, waar hij negen families kon vrijkopen die werden uitgebuit in steenfabrieken. Het zijn vooral christenen die dit werk doen, legt hij uit, omdat zij de onderklasse vormen in de Pakistaanse samenleving. Veel families werken hier al generaties lang – gedwongen. Bhatti: „Deze mensen wonen en werken op het terrein van deze fabrieken. Hun huis moeten ze huren van de eigenaren, maar ze verdienen te weinig om de huur te kunnen betalen. Daardoor bouwen ze een schuld op. De eigenaren gebruiken die als pressiemiddel om goedkope arbeiders aan zich te binden. Mocht een arbeider willen vertrekken, dan moet hij eerst een bedrag betalen dat vele malen hoger ligt dan zijn jaarsalaris.”
PECA had dit jaar de beschikking over 10.000 euro, waarmee 9 families konden worden vrijgekocht. Het geld is vooral bijeengebracht door Urkers, zegt bestuurslid Van Engelen. „De helft is afkomstig van visgroothandel DayseaDay. Daarnaast hebben we een sponsormaaltijd georganiseerd en hebben andere organisaties bijgedragen.”
Het vrijkopen van slaven is niet eenvoudig, legt Van Engelen uit. „De meeste families hebben zo’n hoge schuld dat wij hen niet kunnen helpen. We zoeken daarom mensen met een relatief lage schuld, van rond de 1000 euro.” Bhatti: „Voor elk gezin dat we vrijkopen moet worden overlegd met de eigenaar van zo’n fabriek.” Hij toont een foto van mannen die onder een boom zitten te overleggen. „Hoewel zo’n eigenaar zijn arbeiders meestal uitbuit, past het niet bij de Pakistaanse cultuur om hem daarmee te confronteren. Dus bedanken we hem dat hij de familie die wij willen vrijkopen zo lang heeft onderhouden en geven we aan dat we ervoor zorgen dat deze mensen hem niet langer tot last zijn. Daarna proberen we uit te komen op een afkoopsom, die meestal op iets meer dan de helft ligt van wat geëist is.”
Medewerkers van PECA inventariseren vooraf of de vrij te kopen familie de capaciteiten heeft om inkomsten te genereren. Daarnaast wordt gezorgd voor onderwijs van de kinderen, die vanaf kleuterleeftijd hebben moeten meewerken in de steenfabrieken. „Dit jaar hebben we twee mannen geholpen om een bedrijfje op te starten dat koelkasten repareert. Een ander is gestart met het verkopen van verf. Wij verstrekken een klein startkapitaal, dat wordt aangevuld met een microkrediet. Dat moeten ze de komende jaren aflossen. Daarmee onderstrepen we hoe belangrijk het is dat mensen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun toekomst.”
PECA heeft in Pakistan een christelijke school, waar 150 kinderen les krijgen. Zo’n twintig daarvan verblijven in een internaat bij de school. Hun ouders werken in steenfabrieken en zien geen kans om zelf voor onderwijs of levensonderhoud van hun kinderen te betalen. Daarnaast heeft PECA ook een kleine kliniek, die medische zorg geeft aan bewoners van een christelijke sloppenwijk bij Lahore.
.