Treintjesquiz
Doel:
- Kennisverwerving
Voorbereiding:
Thuis:
- Maak ongeveer 60 vragen.
Op de avond zelf:
- Klaar zetten stoelen in een treintje
- Opplakken/ophangen van ‘aanraakvel’
- Verdeel de leden in 4 groepen.
- Uitleggen van de spelregels.
Uitvoering:
Spelregels:
- Zet de vier groepen in een 4 treintjes, waarbij de achterste tegen de wand zit.
- Plak/hang rechttegenover de treintjes aan de overkant de 4 ‘aanraakvellen’
- Stel een vraag.
- De voorste van elke trein mogen als ze het antwoord weten – al dan niet na overleg met de rest van hun ‘trein’ naar de overkant rennen.
- Degene die het eerst aanraakt, mag het antwoord geven. Als het antwoord goed is mag de achterste stoel van hun trein naar de voorkant.
- Stel de volgende vraag (voor één groep is het dan makkelijker geworden).
- Herhaal vanaf punt 4.
- Het spel is afgelopen als een treintje aan de overkant is. Die groep heeft dan gewonnen.
Opmerkingen/varianten:
Opmerkingen:
- Probeer vragen van juist niveau te stellen. Te moeilijke vragen wekken irritatie op. Te makkelijke vragen halen de spanning weg.
- Zorg dat je de moeilijke/makkelijke vragen goed over de groepen verdeelt.
Variant:
- Als de tijd om is, kun je ook bepalen welke groep het verst is. Die groep heeft dan gewonnen.
Hoe kun je leden mee laten doen?
- Laat leden meehelpen met het bedenken van vragen.
- Laat een lid de materialen klaarzetten, de aanraakbladen ophangen.
Leeftijd: 12-16
Type: Spel - actief
Type: Spel - actief